Door |Gepubliceerd op: 27/11/2019|3.3 min leestijd|

De Spaanse kustlijn is de gedroomde vakantiebestemming voor menig zonneklopper. De Spaanse Costa’s die zich uitstrekken van noord tot zuid zijn heel verschillend, maar met elk hun eigen charme. Aan sommige costa’s kan je hiken op de steile kliffen, aan andere kan je naar hartenlust appelsienen plukken – alleszins, prachtige stranden vind je overal. Natuurlijk kies je best ééntje die helemaal bij je past. Om het je wat makkelijker te maken, stellen wij alvast de vier populairste costa’s aan je voor.

Costa Brava, de woeste kust

Deze 200 kilometer lange kuststrook loopt vanaf de Franse grens tot aan het charmante badplaatsje Blanes. Bij de Costa Brava denk je vooral aan zon, zee, strand en uitgaan. En dat is zonde, want er is zoveel meer te beleven aan deze “woeste kust”. Ruige rostpartijen, verborgen baaitjes en haast maagdelijke stranden… of je nu gaat voor wat extra ‘vitamin sea’, een hike langs de kliffen of een watersportavontuur, alles kan. In de authentieke dorpjes geniet je van een schilderachtige en ‘old school’ sfeer. Deze costa was immers ooit de thuishaven van Salvador Dali en Pablo Picasso, een traditie die er vandaag nog steeds verderleeft. Populaire badplaatsen zoals Lloret de Mar hebben dan weer een bruisend nachtleven, heerlijk eten en een heleboel kunst en cultuur te bieden.

Costa Dorada, de gouden kust

De Costa Dorada, ook wel de Spaanse goudkust genoemd, ligt ten zuiden van Barcelona. Je vindt er de langste en meest veilige stranden van de Spaanse kustlijn, wat het meteen een ideale costa maakt voor gezinnen. Een dagje gieren en brullen kan in PortAventura World, één van de mooiste pretparkresorts van Europa. Maar ook jongeren beleven hier de tijd van hun leven: de badplaatsen Cambrils en Salou staan bekend om hun levendig nachtleven en goudgele stranden waar je overdag kan chillen en aan je kleurtje werken. Reis je het binnenland in, dan word je al snel verwelkomd door prachtige witte dorpen omgeven door wijn- en olijfgaarden. Deze oude dorpjes worden niet overspoeld door toeristen, dus je kan er genieten van de rust zoals een echte Spanjaard.

Costa Blanca, de witte kust

De Costa Blanca is wellicht de bekendste van alle costa’s. Langs deze kustlijn vind je de badplaatsen Benidorm met zijn torenhoge buildings en Alicante met zijn iconische promenade. Al is dat lang niet alles wat deze costa te bieden heeft. Deze “witte kust” herbergt een landschap van elegante villa’s, fruit- en amandelgaarden en gezellige steden. Denk maar aan pittoreske Altea of de badplaats Calpe met zijn kenmerkende rots. Heel wat buitenlanders overwinteren of verhuizen naar deze costa omwille van het heerlijke klimaat en de prachtige stranden. Meteen ook de reden waarom het soms het Californië van Europa genoemd wordt. En eens je met je voeten in het warme strandzand staat, dan begrijp je vast meteen waarom.

Costa del Sol, de zonnekust

Costa del Sol betekent letterlijk “zonnekust” en dat is logisch als je weet dat deze costa zo’n 300 zondagen per jaar telt. De zon schijnt er feller, de zandstranden kriebelen er fijner en het water kabbelt er klaarder. Maar de 300 kilometer lange kustlijn van Andalusië heeft zoveel meer in zijn mars. Ga paardrijden in de bergen, waag je aan een sessie wijnproeven of roer in de potten tijdens een Spaanse kookles. En wil je cultuur opsnuiven, je vindt hier tal van kunstige steden en dorpjes zoals het pareltje Estepona. Zonnekloppen kan je als de beste in het levendige Marbella of andere badplaatsen zoals Torremolinos en Fuengirola. De bekendste stad is wellicht Málaga: ooit de geboorteplaats van Picasso, nu dé plek voor menig golfer, cultuurliefhebber en strandganger. Deze costa is trouwens ook perfect voor een wintervakantie onder de zon, want de kerstlunch wordt steevast op het strand geserveerd.

27/11/2019|0 Reacties

Gerelateerde berichten

Laat een reactie achter